Meer- en minderwerk
Betalingsgeschillen in de bouw komen helaas vaak voor. In veel gevallen gaat dit over meer- of minderwerk: werkzaamheden die anders zijn dan in de aannemingsovereenkomst of offerte zijn opgenomen, betreft meestal meerwerk of juist minderwerk. Omdat deze niet in de initiële afspraken staan, kan er onduidelijkheid ontstaan over de wijze van uitvoering of de kosten.
Meerwerk kan verschillende oorzaken hebben, namelijk:
- Als het gaat om door de opdrachtgever opgedragen wijzigingen in het werk die duurder zijn (“bestekswijzigingen”);
- Als er in de aanneemsom stelposten zijn opgenomen (geschatte bedragen voor een bepaald onderdeel van het werk), waarbij aan het einde blijkt dat dat meer of minder heeft gekost dan eerst was geschat;
- Als er afwijkingen zijn van in de aanneemprijs opgenomen geschatte hoeveelheden. De aannemer schat bijvoorbeeld 1000 dakpannen nodig te hebben, maar het worden er 1100.;
- Als in de aanneemsom zogenaamde verrekenbare hoeveelheden zijn opgenomen en uiteindelijk zijn er meer of minder hoeveelheden bouwmaterialen verbruikt dan als verrekenbare hoeveelheid in de aanneemprijs staat;
- Als partijen daar andere afspraken over hebben gemaakt in de overeenkomst.
Financiële verrekening meerwerk
Bij elk van de hiervoor genoemde soorten meerwerk gelden aparte regels.
Zo mag een aannemer meerwerk wegens een wijziging in de opdracht, alleen dan doorberekenen als hij zijn opdrachtgever nadrukkelijk heeft gewaarschuwd dat deze wijziging tot een prijsstijging zal leiden. De opdrachtgever kan dan immers nog bedenken dat hij toch maar afziet van de wijziging in plaats van aan het eind verrast te worden door die hogere prijs.
Dit noemen we de waarschuwingsplicht van de aannemer. Rechters zijn hier vaak heel streng in en wijzen een vordering tot betaling van meerwerk af als er niet duidelijk is gewaarschuwd, met name ook als de opdrachtgever niet terzake kundig is. Als een opdrachtgever zelf ook wel moest snappen dat een wijziging duurder uit zal pakken (gouden kranen in plaats van RVS kranen) dan geldt dat niet.
Afwijkingen op stelposten mogen in beginsel altijd naar boven en beneden verrekend worden, maar er zijn ook wel rechterlijke uitspraken waaruit blijkt dat de aannemer deze stelposten niet helemaal met de natte vinger mag bepalen. Anders kan de opdrachtgever immers aan het einde van het werk onaangenaam verrast worden. De aannemer moet de stelposten dus wel reëel begroten.
Bij geschatte hoeveelheden in een aanneemsom is dat in beginsel alleen verrekenbaar als er een afwijking van meer dan 10% is.
Bij verrekenbare hoeveelheden mag er sowieso verrekend worden met de werkelijke aantallen. Dat vloeit immers al voort uit de tekst dat het een verrekenbare hoeveelheid is.
De betaling van meerwerk valt in bijna alle gevallen buiten de gemaakte termijnafspraken voor betaling die in de aannemingsovereenkomst terugkomen. In beginsel moet meerwerk of na afronding van dat meerwerk of aan het einde worden betaald, tenzij er andere afspraken over zijn gemaakt.
Een geschil over meer- of minderwerk?
Zowel aannemers als opdrachtgevers kunnen ons inschakelen bij dergelijke geschillen (denk ook aan geschillen over de aansprakelijkheid van een aannemer). Onze vastgoed specialisten kijken graag met je mee, adviseren waar nodig en werken bij geschillen samen naar een oplossing.
Neem contact met ons op